Wereld
Inspelen op wensen, trends en ontwikkelingen om marktleider wereldwijd te blijven
Inspelen op wensen, trends en ontwikkelingen om marktleider wereldwijd te blijven
HZPC volgt de ontwikkelingen en trends in de wereld op de voet. We worden geconfronteerd met nieuwe uitdagingen, maar er zijn ook volop kansen voor een veelzijdig product als de aardappel. Samen met ketenpartners kijken we naar hoe we wendbaar en snel kunnen inspelen op de wensen, mogelijkheden en veranderingen. We lopen waar nodig voor de troepen uit om het pad te effenen voor nieuwe afzetmarkten en innovaties.
Voedselpatronen en eetgewoontes veranderen voortdurend. En ook hoe mensen naar herkomst en productie van voedsel kijken. De inzet van chemische middelen in voedselproductie wordt steeds minder geaccepteerd, versterkt door aangescherpte regelgeving op dat gebied. Het liefst halen consumenten – met name in de rijkere landen – voedsel dichtbij huis.
De klassieke aardappelconsumptie maakt plaats voor gerechten waarin aardappelen zijn verwerkt. De opkomst van maaltijdboxen en online receptenapps helpen om nieuwe gerechten te creëren. ‘Gemak dient de mens’ immers: er is steeds meer bewerkt voedsel beschikbaar, omdat de consument steeds minder tijd besteedt aan koken. De opkomst van foodservices, waarbij je iemand een maaltijd laat voorbereiden en bij je thuisbezorgen, is een belangrijke trend voor de komende jaren. Daarin zien we ook de consumptie van frites en chips wereldwijd toenemen.
Vooral in de horeca, tijdens evenementen, in pretparken en op festivals eten mensen frites. Door de strenge lockdowns in Europa, nam de fritesconsumptie zichtbaar af. In de zomer van 2020 was er sprake van een korte opleving toen de horeca tijdelijk weer open mocht. De lockdowns zorgden er echter ook voor dat de thuisconsumptie van aardappelen en chips juist toenam.
In armere landen waar al crises aan de oppervlakte lagen, heeft corona een versterkend effect gehad. De kloof tussen arm en rijk in de wereld is verder vergroot bij gebrek aan steunpakketten zoals we die in Europa kennen. Hoewel de aardappel geen recessiegevoelig product is, zijn de effecten van corona en de politieke onrust in bepaalde landen wel voelbaar in de internationale handel. We zien het bijvoorbeeld in Cuba, dat minder pootgoed heeft gekocht. Momenteel kan Cuba niet voldoende voedsel produceren. De voedselzekerheid staat onder druk. Dat biedt ook weer kansen: een aardappel groeit snel onder alle omstandigheden en kent een hoge voedingswaarde. Door meer pootgoed te importeren, kunnen landen dreigende voedseltekorten in korte tijd weer ombuigen.
Waar je op Europees niveau slechts kleine verschuivingen ziet in demografie en consumptiegedrag, is de wereld daarbuiten flink in beweging. In grote opkomende economieën als India, China en Nigeria neemt de vraag naar aardappelen toe. In deze dichtbevolkte landen met ongekende bevolkingsgroei is de aardappel een ideaal gewas. Met weinig input kunnen mensen in relatief korte tijd een mooi en voedzaam product maken. We zien bovendien dat steeds meer westerse eetgewoontes hun intrede doen, bijvoorbeeld aan de toename van fritesconsumptie in deze landen.
Aardappelen kunnen vrijwel onder alle omstandigheden en over de hele wereld geteeld worden. Waar dat lastig is, zoals in tropische gebieden, werken we samen met het aardappelinstituut Centro Internacional de la Papa (CIP) en Syngenta Foundation for Sustainable Agriculture (SFSA) om rassen te ontwikkelen die ook geschikt zijn voor tropische omstandigheden. Dat doen we door hoogwaardige rassen van HZPC te kruisen met oorspronkelijke tropische klonen van CIP. Zo ontstaan rassen die voorzien in de behoefte van kleine boeren in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De onregelmatigheid in neerslag is voor de aardappelteelt wel een uitdaging. We krijgen steeds meer te maken met hele droge periodes en periodes met extreem veel neerslag. De regulering en efficiënte benutting van regenwater wordt daardoor steeds lastiger. Een uitdaging waarbij we ons op de toekomst voorbereiden.
HZPC ontwikkelt samen met ketenpartners nieuwe producten. Passend bij de veranderende eetgewoontes en -wensen. De veelzijdige aardappel is – dat spreekt voor zich – altijd de basis van deze concepten die uitblinken in smaak, gezondheid, variatie en gemak. Een mooi voorbeeld hiervan is Woksi: ‘aardappelspaghetti’ en 'aardappelrijst' die makkelijk te verwerken zijn in bijvoorbeeld wokgerechten en salades. Dit concept is inmiddels succesvol geïntroduceerd in de Finse markt onder het merk ROOTY. Of Leon&León frites die voortkomen uit het project Fries4All. Door de combinatie van veredeling, een coating en een andere manier van bereiden, bevat deze frites 30% minder calorieën, koolhydraten en vet.
In Noord-Amerika werkt HZPC in het project Potato Glory aan de bewustwording van de eindeloze mogelijkheden van de aardappel. Dat doen we voor gebruikers in het foodservice kanaal (chefs) en het retailkanaal (diëtisten en category managers) en natuurlijk voor de consumenten zelf. Je kunt er immers zoveel meer mee dan alleen frites maken. Zo ontwikkelen we een gezond alternatief voor de populaire gepofte aardappel. Dankzij een aardappel met romige smaak (zoals bijvoorbeeld Vivaldi), zijn calorierijke toevoegingen als kaas en room niet langer nodig. In 2020 voerden we een smaakonderzoek uit onder 1200 consumenten in 4 verschillende steden, waarbij de smaak van de rassen Vivaldi, Sifra en Noblesse als winnaars uit de bus kwamen.
We werken samen met Yale University en University of Massachusetts, twee hoog aangeschreven universiteiten in de culinaire foodservice wereld, om verdere bewustwording m.b.t. aardappelen naar zowel de koks- als de generatie Z studenten te vergroten. Studentkoks serveren de gepofte aardappelen (Yale 20.000 maaltijden per dag en UMass 50.000 maaltijden per dag) zonder ongezonde toevoegingen aan de studenten. Het mes snijdt aan vele kanten: studenten eten gezonder, ze leren de mogelijkheden van de aardappel kennen en ze zijn tegelijkertijd onze aardappelambassadeurs in Noord-Amerika.
Professor Plantaardige productiesystemen Wageningen Universiteit
Globaal zie je in de wereld twee grote ontwikkelingen. Er zijn regio’s waar de bevolkingsgroei tot stilstand komt en mensen bewuster zijn van wat ze eten. Dat geldt bijvoorbeeld voor Europa. Daar is zeker geen vraag naar meer voedsel, maar gaat het vooral om kwaliteit van voedsel, de impact op het milieu en de bevolkingsgezondheid.
In Afrika en delen van Azië neemt de bevolking juist in rap tempo toe, terwijl de productie achterblijft bij wat er mogelijk is. Daar moet je inzetten op productietoename op het huidige areaal, of met minimale uitbreiding van het areaal. De oplossing is vooral kleine lokale boeren op gang helpen en verder opschalen, zonder dat er nieuwe vervuiling ontstaat.
Europa zou het voortouw moeten nemen in een schoner voedselsysteem. Bijvoorbeeld door circulaire landbouw te stimuleren aangevuld met kunstmeststoffen. Zo kun je op het beschikbare land hetzelfde blijven produceren zonder daarmee te concurreren met biodiversiteit. Het is belangrijk dat boeren geprikkeld worden om het anders te kunnen doen. En dat consumenten ook voelen dat ze voor het ene voedsel meer betalen dan voor het ander. Boeren geven aan dat het beleid nog teveel zwabbert. Het ontbreekt aan een heldere koers waarop zij als ondernemers kunnen varen.
We moeten in Nederland koesteren waar we goed in zijn, zoals de pootgoedsector.
In beleid en onderzoek zie je dat de voedselvoorziening wereldwijd niet langer alleen maar vanuit het perspectief van productie en beschikbaarheid van voedsel wordt benaderd. Het gaat nu over het hele voedselsysteem: productie, verwerking én consumptie. Je lost namelijk de vraagstukken op het gebied van voedsel en duurzaamheid niet op door alleen aan de aanbodkant dingen anders te doen. Dat vraagt om een integrale en mondiale aanpak.
Tegelijkertijd moeten we in Nederland koesteren waar we goed in zijn. De pootgoedsector is daar een sterk voorbeeld van: het is van grote waarde wereldwijd en er zit heel veel kennis in. Zo’n sector moet je op een iets andere manier benaderen dan een hectare van een gewas dat je evenzogoed over de grens kunt telen.